Iedere woonerfwijk is uniek, daarom is het revitaliseren van bloemkoolwijken maatwerk. Wij hanteren bij de benadering van de opgave een aantal principes zoals Placemaking, SIBI's*, De Wijk In en Groen!
De placemaking-strategie is een bottom-up benadering, met als doel de bestaande kwaliteiten van het woonerf te benutten en te versterken. Hoe functioneert het woonerf, wat is de betekenis van plekken, hoven of routes?
De wijk is geen grijze massa, maar bestaat uit afzonderlijke plekken met hun eigen karakter.
|
Wij hanteren een andere werkwijze, waarin de plek die de bewoners bindt centraal staat. | >
Een goede wijk heeft op ieder schaalniveau (woning, plek, buurt) minstens 10 aanwijsbare kwaliteiten. |
SIBI's staat voor Small Intervention Big Impact. Belangrijk deel van de opossing ligt, zeker in de huidige markt, niet in de kostbare grootschalige oplossingen, maar in slimme, kleine interventies die een grote impact hebben.
Het aanbieden van simpele tuinafscheidingen die de onduidelijke overgangen openbaar-prive tegengaan is hiervan een voorbeeld. Maar ook een heldere reorganisatie van het groen in de wijk kan veel helpen, net als een beter beheer daarvan. Dat kan opgepakt worden via eigen beheer door bewoners. Bij de aanpak van de openbare ruimte kan direct het vaak rommelig parkeren worden aangepakt.
Veel effect valt te bereiken met ander kleurgebruik in de wijk. Iets verder gaat alweer het aanbrengen van dakisolatie "van binnenuit", dus vanuit de zolder wat goedkoper is dan via het dak. De fysieke maatregelen kunnen niet zonder een sociale aanpak, maar vormen wel een stimulans voor de zittende bevolking om gezamenlijk overlast te bestrijden, verrommeling tegen te gaan en samen de buurt op te knappen.
De charme van het unieke kleinschalige karakter van de hoven en erven kan worden herontdekt. Door goed te kijken naar welke investeringen het meeste resultaat bewerkstelligen komen we tot een doelgerichte aanpak uitgaande van de bevindingen van de bewoners.
De bewoners hebben inzicht in het gebruik en de beleving van hun plek en spelen daarom een centrale rol in de herinrichting van hun leefomgeving.
In onze methode wordt participatie door de bewoners vanuit de betekenis van de verschillende plekken ingevuld. Dit betekent dat je bewoners bewust centraal stelt bij de plannen voor hun directe leefomgeving. In een eerder project zijn we hiervoor met een mobiel onderzoekslab de wijk ingetrokken en zijn ter plekke met de bewoners in discussie gegaan over de kansen en toekomst van hun plek.
De bevindingen van de wijkbezoeken zijn vervolgens bij verschillende bewoners thuis gepresenteerd en besproken. Deze aanpak vormden het startpunt voor onze plannen voor de woningaanpak en voorstellen voor ingrepen in de openbare ruimte. De corporatie, de gemeente en de bewoners hebben de samen geformuleerde thema's opgepakt waardoor deze aanpak behalve het startpunt ook de leidraad vormt bij de verdere planuitwerking.
De woonerven stammen uit de tijd dat woningisolatie nog in de kinderschoenen stond. Als we niets doen, betalen in veel wijken de bewoners binnenkort meer aan stook- dan aan huurkosten.
Er valt een enorme slag te maken van de huidige energielabels F en G. Investeren in verduurzaming van de woningen loont enorm: met de eerste 20% van de investering valt 80% van de energie-winst te behalen. De energielasten zullen sterk dalen, zodat een belangrijk deel van de investeringen kan worden verdiend. Het opwaarderen van een woning van label G naar C of B betekent per jaar voor een gemiddeld gezin immers al gauw bijna 1.000 euro minder lasten.